'er·va·ring de; v - en 1 het ervaren 2 hetgeen men ervaren heeft.'(Van Dale, 2010)
Ervaring is iets dat iemand ondergaat. Dit kan in verschillende opzichten en op verschillende manieren gebeuren. Je spreekt van een ervaring, wanneer je in een situatie bent beland en kennis hebt genomen van die situatie. Maar wanneer je die ervaring meerdere malen hebt ondervonden en je bekender bent geworden met de situatie, kan er een soort routine ontstaan. Dan speken we in de Nederlandse taal van een ervaren persoon.
Van nature uit zijn wij als mens nieuwsgierig naar het nieuwe. Door deze natuurlijke behoefte zijn wij als mens voortdurend op zoek naar die ervaringen.
Wanneer we gaan kijken naar het woord ervaring binnen onderzoek, dan hebben we het voornamelijk over het werken met nieuwe digitale leermiddelen. Dit wordt vooral duidelijk, wanneer we het onderzoek van Surfnet/kennisnet ‘leren van de toekomst’ benaderen, omdat de mensen die aan het onderzoek van TNO en surfnet/kennisnet mee hebben gewerkt bijna allemaal onbekend waren met de nieuwe digitale leermiddelen. Zo hebben ze op veel scholen wel een digitaal schoolbord, maar binnen het digitaal leren is zo veel meer.
We hebben uit het onderzoek van Surfnet-Kennisnet en andere onderzoeken in het blad ‘Computers Op School’ te kennen genomen, dat er veel docenten en scholen zijn die weinig tot geen ervaring hebben met nieuwe digitale leermiddelen. Wat we uit het rapport van SURFnet/Kennisnet halen, is dat er een verdeelde mening is over de nieuwe digitale leermiddelen.
‘Na afloop van het onderzoek zijn er verschillende evaluaties geweest met zowel docenten als met leerlingen en daaruit kwam dat de docenten en leerlingen het experiment in grove lijnen als positief ervaren.'
(Lieshout et al, 2010, p.5)
De docenten hebben in dit onderdeel van het verslag verteld dat ze een duidelijke vooruitgang hebben gezien in de ontwikkeling van de digitale leermiddelen.Zo hebben ook de docenten gezien dat er bij een aantal digitale leermiddelen, waaronder de Swinxs en de Tuch table. Een aantal van de deelnemende docenten die sterk waren gehecht aan de traditionele manier van lesgeven, waren ook boven verwachting positief over de inzet van de digitale leermiddelen.
De docenten hebben in dit onderdeel van het verslag verteld dat ze een duidelijke vooruitgang hebben gezien in de ontwikkeling van de digitale leermiddelen.Zo hebben ook de docenten gezien dat er bij een aantal digitale leermiddelen, waaronder de Swinxs en de Tuch table. Een aantal van de deelnemende docenten die sterk waren gehecht aan de traditionele manier van lesgeven, waren ook boven verwachting positief over de inzet van de digitale leermiddelen.
Wat als negatief uit het onderzoek naar voren kwam, is dat de leerstof niet goed en volledig aansloot op de doelen die in de periode behaald moesten worden. Ook dat een aantal leermiddelen inhoudelijk onvoldoende waren afgestemd op de leerlingen.
De leerlingen hebben het experiment als positief ervaren. Ze hadden vanaf het begin al een positieve houding aangenomen en vonden het onderwijs met de nieuwe digitale leermiddelen aantrekkelijk.
'De ondersteunende programma’s (bijvoorbeeld voor kinderen met taalachterstand) vonden ze ook goed werken.'(Lieshout et al, 2010, p.5)
Wat wel als negatief punt naar voren kwam uit het onderzoek en waar dus nog veel aan verbeterd kan worden, is dat de leerlingen op den duur last kregen van de zo genoemde ICT moeheid. Dit is niet helemaal te plaatsen. Het kan namelijk komen doordat de kinderen in een keer overladen worden door digitale leermiddelen. Maar uit ervaringen van leerkrachten blijkt dat er weinig variatie zit in de digitale leermiddelen en om de leerstof zo aantrekkelijk mogelijk te houden moet dat er wel zijn.
‘Uit de focus groep blijkt dat de mate van gegeven zelfstandigheid en het feit dat iedereen op het eigen niveau les kon krijgen positief werd gewaardeerd. Ook waren de leerlingen te spreken over het feit dat de leerkracht nu meer tijd heeft voor het uitleggen van opdrachten aan leerlingen die daar behoefte aan hebben.’
(Lieshout e.a., 2010, p.29)
Wat ook uit het interview naar voren kwam en waar wij zelf ook achter staan, is dat de ontwerpers van de nieuwe digitale leermiddelen en dan zowel de software als de hardware, gemaakt moet worden met een aantal docenten die nog actief zijn in het onderwijs. Die docenten kunnen dan aangeven wat er nodig is voor het leermiddel en aan welke eisen een leermiddel moet voldoen. Zo hadden we het in het interview ook over een TouchTable. Het was een heel leuk speeltje en ook in sommige gevallen een goed educatief middel, maar er is dan niet na gedacht over de prijs. Want voor zo´n tafel moet 40.000 euro betaald worden en dat is veel te hoog voor het budget van een basisschool.
Bronnen:
- Lieshout van, M., Kort, J., Huveneers, S., Sauer, S. (2010). Het leren van de toekomst Zorg voor impact (TNO-rapport 35309) Verkregen van SURFnet/Kennisnet website: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/attachments/2224220/TNO_rapportage_LvdT_-_final-def_-_100614.pdf
- Van Dale (2010), Website: http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=ervaring
