Inzet

'in·zet de; m -ten  1 eerste bod bij een veiling  2 (bij een spel) inleg  3 toewijding, overgave: met veel ~ iets doen'
(Van Dale, 2010)

Wanneer we het hebben over de inzet van digitale leermiddelen, dan kijken wij als eerste terug op de traditionele leermiddelen. Wanneer we bijvoorbeeld kijken naar een schoolbord, dan is daar heel veel mee geëxperimenteerd. Er is nagedacht over welke grote, welke kleur en welke invloeden dat allemaal zou kunnen hebben op de leerlingen. Zo is de kleur groen een goede kleur gebleken, omdat het voor de kinderen duidelijk leesbaar wordt en bij het zelfstandig werken het minste afleidt.

Bij traditionele leermiddelen is er in het begin veel gewijzigd en vooral in de lesstof worden de methodes nog voortdurend gewijzigd. Dit aangezien de leerstructuur, de manier van leren, de maatschappij en de leefwereld van de leerlingen voortdurend verandert.

Uit een onderzoek van het TNO is gebleken dat de beamer een goed digitaal leermiddel is, maar dat het ook negatieve effecten heeft op de leerlingen. Zo geeft de projector heel veel warmte af en produceert het een suizend geluid dat de leerlingen uit hun concentratie haalt en voor de ogen van leerlingen is het niet goed om de hele dag naar een scherm te kijken.

In het artikel van Theo Louwers (2008, p.20) komen drie manieren naar voren hoe het digitale schoolbord gebruikt kan worden.

"A: Het kan klassikaal gebruikt worden". Daarbij hanteert de docent het bord en kijken en luisteren de leerlingen naar het bord en de docent.
"B: Het kan ook klassikaal gebruikt worden", maar met gebruik van stemkastjes. Dit is een relatief nieuwe variant. Hierbij hanteert de docent het bord meer als spelcomputer, waarbij de leerlingen antwoorden mogen geven op vragen die de docent stelt via het schoolbord. Het digibord is tevens ook zonder de kastjes te gebruiken.
"C: Ook is het digibord te gebruiken bij ondersteuning van groepswerk." Zo kunnen via een draadloos systeem de computertjes van de leerlingen weergegeven worden op het scherm. Zo kan de docent goed leerlingen met elkaar vergelijken en centraal uitleg geven.

Dit zijn allemaal factoren die ons aantrokken om het onderwerp inzet, te integreren in ons onderzoek. Zo blijkt onder andere ook uit ons interview dat firma’s hele mooie speeltjes maken, maar dat het niet altijd goed afgestemd is op het onderwijs. Zo kan het zijn dat het niet aansluit bij de leerstijl van een kind of dat het gewoon financieel niet haalbaar is voor een school om een leermiddel aan te schaffen.
 
Uit het onderzoek van TNO ‘het leren van de toekomst’, bleek dat de nieuwe digitale leermiddelen nog niet goed op de onderwijsleersituatie waren ingesteld. 
“De monitoring en toetsing op individueel niveau bleek lastig. Hier is softwarematig nog veel te winnen. Toetsing bleek eveneens lastig te organiseren en noodzaakte leerkrachten soms om naar de oude situatie terug te keren (uitprinten van documenten om deze vervolgens na te kijken).”
(Lieshout et al, 2010, p.14)

Variatie:

'De leerkrachten en leerlingen hebben na een tijd ook een probleem ondervonden dat er weinig afwisseling in de lesstructuur zit.'
(Lieshout et al, 2010, p.16)

De gebrek aan variatie leidde gedurende het project tot verveling bij de leerlingen en docenten. 
Dit zijn natuurlijk aanpassingen die wel gedaan moeten worden, voordat de digitale leermiddelen definitief in het onderwijs ingezet kunnen worden.

Aan de digitale leermiddelen zitten heel veel voordelen, maar er zitten ook nadelen aan. Zo komt uit het TNO onderzoek naar voren, dat de leerlingen niet een volledige dag achter een M2-desk of een scoolmate kunnen zitten, omdat ze last krijgen van hoofdpijn en/of duizeligheid. Zo zal er in de toekomst een soort Arbo-wet moeten komen voor leerlingen.

Bij het gebruik van een scherm voor alle leerlingen, wordt het voor docenten ook moeilijker om overzicht te houden welke leerling waar is.

'Een duidelijk beeld op de behaalde leerdoelen is niet te krijgen. Binnen het project zijn andere doelen behaald dan de wettelijk gestelde doelen. Het nagekeken werk, werd ook benadeeld doordat leerkrachten per dag een aantal mailtjes per leerling kregen (per vak een mail). De docenten hebben de eerste dagen de mailtjes uitgeprint om na te kijken, later hebben ze het nakijkwerk links laten liggen.'
(Lieshout et al, 2010, p.15)

Ook is dit uit het interview naar voren gekomen: (zie volgend fragment)


De grote voordelen van digitale leermiddelen zijn:
     - De mogelijkheid tot voortdurende aanpassing;
     - Hierdoor zijn de leermiddelen meer up to date;
     - De aansluiting bij het niveau van de leerling.
Zo zijn digitale leermiddelen niet alleen goed voor leerlingen met leerachterstanden door moeite met leren. Ook voor slimme leerlingen is ICT een goede uitkomst, omdat deze leerlingen ook meer worden uitgedaagd. Zo kunnen leerlingen extra opdrachten maken, of de opdrachten meer op hun niveau laten aansluiten. De leerlingen kunnen ook zelfstandig aan het werk, waardoor er voor de docent meer tijd overblijft om leerlingen te helpen en individuele aandacht te geven.
Wat men al snel veronderstelt, is dat de M2-desk of de Scoolmate leidt tot individualisering van de leerlingen, maar uit het interview bleek het tegenovergestelde. De leerlingen zijn juist heel veel aan het overleggen, samen aan het werken of elkaar aan het uitleggen. 


Bronnen:
  •  Lieshout van, M., Kort, J., Huveneers, S., Sauer, S. (2010). Het leren van de toekomst Zorg voor impact (TNO-rapport 35309) Verkregen van SURFnet/Kennisnet website: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/attachments/2224220/TNO_rapportage_LvdT_-_final-def_-_100614.pdf
  • Louwers T., (2008). Training van leraren in gebruik digitale schoolborden noodzakelijk COS, 20 (5).
  • Van Dale (2010),  Website: http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=inzet.